Uit de literatuur over VTS – Reproductie of origineel?

 

Door Ingemarie Sam

Ingemarie Sam werkt bij Tilburg University en Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg en doet sinds 2020 promotieonderzoek naar VTS. Onderwerp is het mogelijke effect van VTS op het empathisch vermogen van rechtenstudenten. Onderdeel van het onderzoek is het bestuderen van literatuur over VTS. In een korte serie columns deelt Ingemarie enkele van haar bevindingen met ons. Deze keer staat ze stil bij het verschil tussen het gebruik van reproducties en origineel werk.

In mijn VTS-praktijk bij Tilburg University met studenten gebruik ik eigenlijk altijd reproducties. Dat is vooral praktisch ingegeven. Het aanbod van kunstwerken is digitaal natuurlijk veel groter, zodat ik mijn keuze van kunstwerken beter kan aanpassen aan de doelgroep. Ook is het digitaal tonen van afbeeldingen tijden een VTS-sessie natuurlijk veel minder werk dan gebruik maken van originele werken. Die zou ik dan steeds moeten verplaatsen naar de onderwijsruimte. Daarnaast is een afbeelding op een groot scherm voor alle studenten steeds goed te zien, ook als de groep wat groter is. Dat zijn volgens mij een aantal belangrijke voordelen van het gebruik van digitale reproducties ten opzichte van het bekijken van originele kunstwerken bij VTS.

Ik vroeg me echter wel af of er ook nadelen zijn om rekening mee te houden. Zou er verschil zijn in de ervaring van de deelnemers bij gebruik van reproducties of originele werken tijdens VTS? Tijdens het zoeken naar literatuur kwam ik een artikel tegen dat precies daar over gaat. De conclusie uit dit artikel is, dat werken die getoond worden in een klaslokaal tijdens VTS, reproducties dus op een scherm, begrijpelijker lijken te worden gevonden dan originele kunstwerken in een museum. Die werden door de deelnemers echter wel mooier en interessanter gevonden. Het verschil in interesse werd overigens wel minder naarmate de deelnemers meer VTS hadden gehad.

Het gaat om Japans onderzoek door Chiaki Ishiguro van de afdeling Psychological Science van het Kanazawa Institute of Technology in samenwerking met een aantal wetenschappers van Tamagawa University van diverse afdelingen: Liberal Arts, Kunst- en Museumeducatie en het Brain Science Institute. : Yuki Sato, Ai Takahashi, Yuko Abe, Hirotaka Kakizaki, Hiroyuki Okada, Etsuko Kato, en Haruto Takagishi (zie voor de bronvermelding hieronder). Hun artikel uit 2020 rapporteert over VTS bij in totaal 53 bachelorstudenten, waarvan er ongeveer de helft drie VTS-sessies in een museum kregen, en de andere helft in een klaslokaal. In totaal bespraken de studenten negen afbeeldingen. Voorafgaand en na afloop van de VTS-sessies werd schriftelijk genoteerd hoe zij reageerden op veertien afbeeldingen.

Uit de analyse hiervan bleek dat de studenten in het museum over het algemeen de bekeken kunstwerken esthetisch meer waardeerden en interessanter vonden dat de studenten die dezelfde kunstwerken in een klaslokaal bekeken. Dit past volgens de onderzoekers bij eerder onderzoek, waarin gerapporteerd werd dat context belangrijk is voor de waardering voor kunst. Alleen al het tentoonstellen van kunstwerken in een museum kan enthousiasme ervoor oproepen. Het verschil in interesse voor de kunstwerken tussen de museum- en klaslokaalgroep werd echter wel kleiner naarmate de studenten in het klaslokaal meer sessies hadden gehad, zo beschreven de onderzoekers. Studenten in het klaslokaal gaven overigens wel vaker dan de studenten in het museum aan, het gevoel te hebben dat ze de kunstwerken konden begrijpen.

De interesse van de studenten voor de getoonde kunstwerken bleek in beide groepen samen te hangen met de hoeveelheid tijd die aan het kijken werd besteed. Hoe langer er gekeken werd, des te interessanter werd een werk gevonden. En dat is interessant, want VTS vergroot de hoeveelheid tijd die aan kijken wordt besteed, concludeerden de onderzoekers, zowel bij studenten in het klaslokaal als die in het museum. Vermoed wordt dat dat komt door de methodiek in VTS, die stimuleert langer kijken. Langer kijken zorgt voor meer interesse, en meer interesse voor langer kijken, een positieve spiraal dus.

Als belangrijke kanttekening bij de resultaten melden de onderzoekers wel dat de deelnemers allemaal studenten Kunsteducatie waren, dus al van tevoren geïnteresseerd waren in kunst. Dat was een belangrijke kanttekening voor mijn VTS-praktijk natuurlijk, omdat het bij mijn doelgroep niet vanzelfsprekend is dat zij van tevoren al veel interesse in kunst hebben. Een andere kanttekening is natuurlijk dat het hier maar om een klein aantal deelnemers gaat, en dat harde conclusies sowieso dus niet getrokken konden worden. Het onderzoek biedt wel onderbouwing voor het gebruik van reproducties bij VTS en het nut van herhaling, dus meer dan één sessie.

Wil je reageren? Dat kan naar i.s.sam@tilburguniversity.edu.

Bron: Ishiguro, C., Sato, Y., Takahashi, A., Abe, Y., Kakizaki, H., Okada, H., Kato, E., & Takagishi, H. (2020, August 20). Comparing Effects of Visual Thinking Strategies in a Classroom and a Museum. Psychology of Aesthetics, Creativity, and the Arts. Online publication

 
Adelijn van Huis